AANKLACHT TEGEN WILDERS IS EEN GEVAAR VOOR HET VOLK VAN NEDERLAND


Gast

/ #239 UItspraken Tweede Kamer-lid Ahmed Marcouch over Marokkanen

2015-01-02 10:57

‘Ik ben ook kwaad op een deel van de Marokkaanse gemeenschap. Wel een moskee kunnen bouwen, maar niet de moeite nemen om naar een ouderavond van hun kinderen te gaan en hun eigen kinderen op te voeden. De foute etnische loyaliteit, de hypocrisie en de profiteursmentaliteit die in de Marokkaanse gemeenschap heersen…ja, daar word ik kwaad over.’

Hij vond dat de Marokkaanse gemeenschap de agressiviteit en het wangedrag van een grote groep Marokkanen van geboortefeest tot begrafenis ter sprake moest brengen. ‘Deze kwelgeesten roepen niet alleen “Ik maak je dood” tegen ambulancebroeders, ze gooien ook stenen naar deze hulpverleners, versperren de weg en roven zelfs ambulances leeg terwijl de broeders zich ontfermen over een gewonde of dode. Dit zijn vaak dezelfde Marokkaanse jongens die mensen op straat beroven en auto-inbraken plegen. Het zijn juist deze Marokkanen die de Marokkaanse gemeenschap stigmatiseren.’

Hij riep de Marokkaanse gemeenschap op tot een ‘beschavingsoffensief’ in plaats van de bekende afweerreflex, de ontkenningen en de stuitende beschuldigingen van stigmatisering en discriminatie. ‘Bij de oplossing is de cultuur wel degelijk relevant, want het gedrag van deze kwelgeesten is in hun Marokkaanse cultuur geworteld. Het gaat om gedrag dat gedreven wordt door angst, wantrouwen, achterdocht, slachtofferschap en gekrenkte trots. Een deel van de Marokkaanse ouders voedt hun kinderen hier met het aanjagen van angst op. Veel Marokkaanse ouders zeggen dagelijks tegen hun kinderen: “Niet doen, anders maak ik je dood”. De Nederlandse gezagsdragers hebben domweg geen antwoord op deze agressie, omdat ze in hun eigen wereld en opvoeding vrijwel nooit aanraking komen met geweld of agressie en bang zijn.’

‘Ik heb in de tijd dat ik bij de politie werkte ook veel Hollanders en Surinamers mogen aanhouden,’ zei Marcouch.
‘Maar echt nooit de grimmigheid, de valsheid en de gemene streken meegemaakt waar ik in Marokkaanse kring mee geconfronteerd werd. Dat was toch echt uniek. Ik werd door snotapen die nog geen twaalf waren uitgescholden voor hoerenzoon en verrader. Het zijn deze jongens, de onbeschaafden in onze samenleving, waar we boos op moeten zijn. Het zijn deze jongens waar de maatschappij verontwaardigd over zou moeten zijn. Waar hebben we een club als SMN voor nodig als zij een gemeenschap vertegenwoordigen die dit soort zaken niet aan de kaak stelt?’

 

Maar o wee als Wilders dat gezegd zou hebben.. dan staan de hypocrieten in de rij om aangifte te doen en gaan ze een t-shirt aantrekken met de tekst 'ook ik ben een (kut) Marokkaan.