Red de fietspunten

Betreft: Afbouw basisdienstverlening in fietspunten

Aan mevrouw Jacqueline Galant, federaal minister van mobiliteit
Aan de heer Ben Weyts, Vlaams minister van mobiliteit
Aan de heer Jo Cornu, CEO van de NMBS  

Geachte mevrouw, geachte heren,  

Met dit schrijven willen wij de door u besliste dan wel gedoogde structurele afbouw van de basisdienstverlening in de fietspunten aankaarten. Fietspunten staan in voor het onderhoud van en toezicht op meer dan 60.000 fietsenstallingen in 53 Belgische stations. In alle fietspunten worden ook extra diensten aangeboden zoals fietsherstel en –verhuur, services die deel uitmaken van het kwaliteitsbeeldmerk 'fietspunt'. De fietspunten staan ook in voor het onderhoud van de Blue-bikes, de deelfietsen van de NMBS die je momenteel in 44 stations vindt in dit land.  

De fietspunten worden uitgebaat door erkende ondernemingen uit de sociale economie die werken met kansengroepen, zoals laaggeschoolden of langdurig werklozen. Ze stellen vandaag ongeveer 250 werknemers te werk. Door de beslissing van de NMBS om hierop te  besparen, een beslissing ingegeven door eerdere besparingsbeslissingen van de federale regering, sneuvelen minstens 75 banen in de sociale economie.

In februari 2016 lanceerde de NMBS een nieuwe aanbesteding voor het beheer van de fietspunten in de NMBS-stations. Deze aanbesteding maakt duidelijk dat de NMBS geen meerwaarde meer ziet in de basisdienstverlening die sinds 2007 werd uitgebouwd in de momenteel 53 fietspunten in Belgische stations.

Vandaag zijn er 41 fietspunten in Vlaanderen, 4 in Brussel en 8 in Wallonië. Dankzij hun succes zijn heel wat gemeenten vragende partij voor de opstart van een fietspunt: onder meer Oudenaarde, Denderleeuw, Tienen, Geraardsbergen en Heist-op-den-Berg staan op de wachtlijst. Alle retoriek over een betere afstemming van het openbaar vervoer op andere verplaatsingswijzen ten spijt, werd beslist om de financiering en dienstverlening in 17 fietspunten[1] stop te zetten.    

In 21 fietspunten[2] wordt de dienstverlening zwaar ingekrompen en in slechts 15 fietspunten[3] blijft de basisdienstverlening van vandaag (= open van 7u tot 19u voor toezicht, onderhoud en herstellingen) behouden. Nergens is er sprake van een uitbreiding van fietspunten. In de aanbesteding wordt een onderscheid tussen A-, B- en C-fietspunten,  wat  de facto wil zeggen dat de NMBS haar reizigers onderverdeelt in A-, B- en C-reizigers.

Met in het achterhoofd de officiële, door alle partijen en maatschappelijke geledingen gedeelde doelstelling om de klant opnieuw centraal te stellen en vanuit de overtuiging dat de dienstverlening in de stations (parking voor auto’s en fietsen,  loketten, winkels,…) het fundament  van het NMBS-aanbod moet zijn, zijn wij  verrast over de beslissing om de basisdienstverlening in de fietspunten stop te zetten of af te bouwen. Uit eerdere NMBS-studies[4] over het toekomstkader van de fietspunten bleek nochtans dat stations waar een fietspunt aanwezig is netter zijn, minder fietsdiefstallen kennen en meer fietsende treinreizigers aantrekken. Ook het toezicht wordt door de treinreizigers ten zeerste gewaardeerd, waardoor de sociale veiligheid in stations met een fietspunt merkelijk hoger is.

Zelfs vanuit een streven naar besparingen  is de afbouw van deze dienstverlening merkwaardig. De financiering van de fietspunten is namelijk gebaseerd op het ‘klaverbladmodel’:  een combinatie van eigen inkomsten, middelen van de NMBS en middelen van de gewestelijke en federale overheden onder de vorm van loonpremies (sociale economie). Vaak dragen ook gemeenten nog bij in de financiering.  Wanneer één partij zich éénzijdig terugtrekt en de andere (federale, regionale, lokale) partijen niet bij machte zijn om het verlies te compenseren, stuikt het volledige financieringsmodel van de fietspunten in elkaar en zullen nog meer fietspunten verdwijnen. Toch zal de NMBS, conform haar beheersovereenkomst,  onderhoud en toezicht moeten blijven organiseren in de fietsenstallingen waardoor de beoogde besparing uiteindelijk zal leiden tot nieuwe uitgaven voor de spoorwegmaatschappij, aangezien  zij die kosten voortaan volledig zelf zal moeten dragen.

De voorbije maanden hebben wij tevergeefs de NMBS, de bevoegde ministers Jacqueline Galant (Federaal minister voor mobiliteit) en Ben Weyts (Vlaams minister voor Mobiliteit) aangesproken op hun verantwoordelijkheid om net te investeren in de verdere uitbouw van een hoogwaardige dienstverlening in de verschillende mobiliteitsknopen. Zowel het regeerakkoord als de beleidsnota’s van de bevoegde ministers  leggen  sterk de nadruk op het belang van ‘co-modaliteit’. Net in die combimobiliteit (voor elke verplaatsing het meest gepaste vervoermiddel) vormen de overstapknopen een cruciale schakel.         

Minister Weyts geeft in zijn beleidsnota heel duidelijk aan dat hij een uitbreiding  van de fietspunten naar andere stations wil. De beleidsnota geeft jammer genoeg nergens aan welke financieringskader hier voor nodig is. Eenzelfde verhaal zien we bij Minister Galant die het belang van de overstapknopen benadrukt, maar tegelijkertijd  zware besparingen oplegt aan de NMBS. Intussen wordt er overigens niet bespaard op de aanleg van grote parkeergarages voor auto's, waarbij één autoparkeerplaats tot 25.000 euro kost en dus vele malen duurder is dan infrastructuur en services voor reizigers die met de fiets komen.

De vraag om de fietspunten niet af te bouwen, maar uit te breiden krijgt de volle steun van verschillende instanties zoals de VVSG/Fietsberaad, provinciebesturen, Fietsersbond, TreinTramBus, sociale bewegingen, politici, treinreizigers, fietsers,…

De ondergetekenden zijn  overtuigd van het belang van de fietspuntwerking als basisdienstverlening voor de treinreizigers. In plaats van een besparing en feitelijke afschaffing van deze dienstverlening bepleiten wij een verdere uitbouw van de dienstverlening in de overstapknopen. Behalve de NMBS zelf willen wij ook de federale en regionale overheden op hun verantwoordelijkheid wijzen om de NMBS in staat te stellen deze belangrijke opdracht verder te vervullen.   

Op initiatief van:

-        Fietsersbond, Oude Graanmarkt 63B, 1000 Brussel, info@fietsersbond.be, tel. 02 502 68 51, contactpersoon Stef Leroy
-        TreinTramBus, Kortrijksesteenweg 304, 9000 Gent, info@treintrambus.be, tel. 09 223 86 12, contactpersoon Jan Vanseveren
-        Fiets&Werk, Uitbreidingstraat 470, 2600 Berchem, info@fietsenwerk.be, tel. 03 239 52 23, contactpersoon Jan Vanhee

 

 

[1] Turnhout, Mol, Geel, Mortsel-Boechout-Hove-Kontich-Lint, Sint-Truiden, Genk, Torhout, Knokke, Liedekerke, Londerzeel, Asse, Zele, De Pinte, Ninove, Eeklo; Neerpelt en Beernem hadden nog geen NMBS-overeenkomst
[2] Deinze, Roeselare, Dendermonde, Zottegem, Waregem, Herentals, Vilvoorde, Diest, Halle, de 4 Brusselse stations en 8 stations in Wallonië.
[3] Antwerpen-Centraal, Antwerpen-Berchem, Gent-Sint-Pieters, Gent-Dampoort, Sint-Niklaas, Brugge, Kortrijk, Oostende, Lokeren, Leuven, Mechelen, Aalst, Lier, Hasselt en Aarschot
[4] Toekomstkader fietspunten, studiebureau Timenco, september 2011