Geen veralgemening koopzondagen in Gent

Beste medeburger,

Gent behoudt een grote aantrekkingskracht op toeristen en dagbezoekers allerhande. Hierop spelen onze stedelijke bestuurders graag in. Veel volk over de vloer betekent inkomsten en een tevreden middenstand (die maar voor een smaldeel nog bestaat, want voor de grootste hap ingenomen door multinationale ketens).

Het Gentse college heeft er het handje van weg om de attractie nog te verhogen.
Hele of halve weekends worden benomen door festivals, stratenlopen, 'dagen van', marktjes of kramerijen (standgeld!) in de binnenstad.

De aanhoudende volkstoeloop van passanten die komen en gaan zonder enige binding met of verantwoordelijkheid ten aanzien van deze stad heeft een paar schaduwzijden. Maakte u er al eens een wandeling als al deze passanten letterlijk hun kar gekeerd hebben, ondermeer naar
hun nette landelijke gemeente?
Misschien de zo populaire Graslei eens proberen.
De troep is er steeds minder te overzien.

Deze toeristenstad komt amper nog tot rust. Ze wordt voortdurend bezet. Door het brede internetverkeer worden, bijvoorbeeld, de als interessant getipte cafés, restaurants en koffiehuizen binnen de kortste keren ingenomen door schoon internationaal volk. ‘Nergens plaats. Willen we thuis iets drinken?’


Het college vergeet in haar ijverige welwillendheid al eens dat er ook iets bestaat als een stadsbewoner.

Ondertussen zijn de nachtwinkels, koopzondagen, zondagkappers en terrassen tot aan de rand van de straat (men zal zich maar in een rolwagen voortbewegen) voor ons een voldongen feit. Minder rust, meer lawaai, meer halfgevulde blikken op de vensterbanken, meer kartonnen recipiënten in alle mogelijke variaties van verfrommeling op de kasseitjes, meer vuilnisbakken die omstreeks de middag al ogen als een onbewaakte stortplaats.

Let wel. De gezelligste stad ter wereld bruist. De verenigde stedelijke communicatiediensten verdrinken zich in positieve boodschappen.
De mild kritische tegenstem heet al snel verzuurd te zijn.

Gemotoriseerd draaien de medewerkers van Ivago vroegochtendlijke (wij trachten er doorheen te slapen) tot nachtelijke dure overuren. Geheel in de tijdsgeest registreren zij ook. Met enige trots drukken zij de vuiligheid, achtergelaten voor de bewoners, uit in toegenomen kubieke meters.

Wie krijgt wel de rekening gepresenteerd van de noodzakelijke prijsverhoging van (ondermeer) de huisvuilzakken? De stadsbewoner.

Gelukkig kan onze lokale overheid rekenen op ongemeen tolerante Gentenaars.


Nu evenwel overweegt een stroming binnen het - noodzakelijk solidaire - bestuur om de koopzondagen te veralgemenen.

Dit gaat in tegen alle elementaire sociaal-maatschappelijke verworvenheden. Zondagsrust - in een ruime betekenis - klinkt vandaag als een achterhaald begrip. Want daartegenover staan immers tewerkstelling(!) en stadskassa(!). De eeuwige ‘harde’ argumenten. Twinkel Twinkel. Consumptie als de motor van ons bestaan.

Daarnaast zal het u als moeder of vader maar overkomen: met verplicht enthousiasme tewerkgesteld zijn op zondag, terwijl de kinderen bij de grootouders verblijven.

Tweeënvijftig koopzondagen per jaar buitengewone vrolijkheid.
Het is een wanstaltige overweging.
Voor de stadsbewoner zal een ‘sorry-pas’ [het woord alleen al] of een gratis nieuwjaarsdrankje niet volstaan.

Er zijn grenzen.
NIET DOEN.
Afvoeren die gedachte.

 

Als u een beetje volgt in deze bezorgdheid, is - na het resoluut plaatsen van uw handtekening - het ruim doorsturen van de link van deze petitie een mogelijkheid om er in electoraal prikkelende tijden voor te zorgen dat we als bewoner van deze stad op zondag nog een mus horen tsjilpen [waar zouden die naartoe zijn, trouwens?], in een gezegende stilte naar de bakker kunnen, een onbezwaarde wandeling kunnen maken.

Dank voor uw positieve, opbouwende bijdrage.