Klacht over ‘doofpot’ na aanrandingen Almere

Twee bewoners van het asielzoekerscentrum in Almere worden door het Openbaar Ministerie vervolgd voor het aanranden van twee meisjes in het centrum van de stad, in september vorig jaar. De twee verdachten van achttien en twintig jaar oud moeten op 9 februari verschijnen voor de meervoudige strafkamer in Lelystad.

Woordvoerders van de rechtbank, het Openbaar Ministerie en de politie hebben na vragen van NRC bevestigd dat de zedenzaak voor 9 februari staat geagendeerd. Zij willen echter niets over de identiteit van de verdachten zeggen. „Dat is voor ons niet relevant”, aldus de politiewoordvoerder.

Voor zover bekend is het de eerste keer sinds de vluchtelingenstroom vorige zomer op gang kwam, dat inwoners van een azc vanwege een zedendelict voor de rechter moeten komen. Het nieuws over de aanranding veroorzaakte vorig jaar commotie in Almere, en later ook in de rest van het land, toen PVV-leider Geert Wilders erover had getwitterd. Hij zag in de aanranding het bewijs dat de grenzen dicht moeten voor vluchtelingen.

De ouders van de meisjes vrezen voor ‘politieke correctheid’ bij de politie

De gemeente sprak na vragen van Leefbaar Almere in de raad over een op zichzelf staand incident en over één enkele aanranding. „De aanranding in het centrum van de stad (....) stond als voorval op zich” , aldus het gemeentebestuur. In algemene zin zag het bestuur een „afname van het aantal feiten” in het azc in Almere.

De ouders van de slachtoffers, die anoniem wensen te blijven om de privacy van hun dochters te beschermen, stellen tegenover NRC dat er veel meer aan de hand is. Er zouden vier meisjes op één avond zijn aangerand door inwoners van het azc. Twee van de meisjes hebben geen aangifte gedaan. Dit wordt bevestigd door een onafhankelijke bron.

Eén van de twee meisjes zou volgens haar ouders door de politie „zijn ontmoedigd” om aangifte te doen omdat zij als 17-jarige nog minderjarig was. Aangifte zou „te aangrijpend" zijn geweest voor het slachtoffer. Het meisje legde alleen een verklaring af.

Een ander meisje, dat anoniem wil blijven, deed geen melding van de aanranding omdat haar ouders niet wisten dat zij nog zo laat op straat was.

De twee verdachten zouden rond drie uur ’s nachts in de Herbergsteeg een 18-jarig meisje van achteren op de rug zijn gesprongen. Daarbij werden ze geholpen door een derde man. Het meisje was volgens haar vader met een vriendin op weg van een café aan het plein naar een naburige taxistandplaats. Eén belager zou haar in een klem hebben gehouden; een ander zou haar op verschillende plekken hebben betast. Nadat de vriendin het meisje te hulp kwam, lieten de verdachten haar los. Het hele voorval staat op beelden van bewakingscamera’s. De belagers werden ter plekke ingerekend. De derde man werd al snel vrijgelaten.

‘Politieke correctheid

„Om te voorkomen dat de zaak in de doofpot zou belanden”, had de vader van het slachtoffer een bericht op Facebook gezet over de aanranding. Daarna publiceerde hij het op zijn eigen nieuwswebsite Almere Headlines. De vader is beheerder van deze pagina. Over deze zaak werd aangifte gedaan door de dochter.

Kort voor het incident deed zich volgens betrokkenen nog een andere aanranding voor, waarvan geen aangifte is gegaan. Drie meisjes liepen door dezelfde steeg, toen één van hen door een groepje mannen werd besprongen. Het 17-jarige meisje werd door een man van achteren vastgehouden, terwijl een andere man haar gezicht vasthield. Een derde man betastte haar schede. Toen haar vriendin haar te hulp wilde schieten, werd ook zij aangerand. Het derde meisje werd ongemoeid gelaten.

Volgens de moeder van één van de meisjes is het voorval niet op camera vastgelegd. „Van de politie kregen wij te horen dat de camera niet aanstond.” De ouders van de aangerande meisjes zijn bang dat de zaak „door politieke correctheid” in de doofpot wordt gestopt. „In Keulen werden veel meer vrouwen lastig gevallen dan in Almere”, zegt een moeder, „maar het schokte de wereld, en kwam voor ons wel op het juiste moment. Dit kan de politie niet zo maar laten passeren.”