Petitie tot bescherming van neutraliteit van de Nederlandse Orde van Advocaten
Ondergetekenden, verenigd door de wens dat de Nederlandse Orde van Advocaten politiek neutraal blijft, verzoeken Deken en Algemene Raad ("AR"):
1. pre-adviezen in de vorm van wetenschappelijk onderbouwde rapportages van deskundigen/rapporteurs in te winnen over de vraag hoe de Algemene Raad en Deken, uit oogpunt van governance en gelet op de Advocatenwet en geldende regelgeving, moet omgaan met situaties waarin groepen of leden met een politiek of groepsbelang dat belang willen omzetten in regelgeving voor of acties door de NOvA namens alle verplicht aangesloten advocaten;
2. pre-adviezen in de vorm van wetenschappelijk onderbouwde rapportages van deskundigen/rapporteurs in te winnen over de vraag wat de kwalificatie is van het huishoudelijk reglement, of deze in een art. 37 vergadering juridisch effect heeft en bindend is, hoe de bepalingen in de Advocatenwet en het huishoudelijk reglement inzake de buitengewone ledenvergadering dienen te worden geïnterpreteerd en of een art. 37 vergadering, welke een beraadslagend karakter heeft, zich leent voor stemmingen;
3. in vervolg op deze pre-adviezen advies in te winnen van de Adviescommissie Rechtsstatelijkheid en de Adviescommissie Regelgeving van de NOvA ter bepaling van eventuele vervolgstappen.
De ondergetekenden brengen deze petitie ter kennisneming in als vergaderstuk voor de vergadering van 2 december 2025 en brengen ter toelichting van dit verzoek aan Deken en AR de volgende uitgangspunten onder de aandacht.
De Orde is een dwangorganisatie – dat vraagt extra terughoudendheid van het bestuur
4. Wij zijn allen verplicht lid van de Orde. Juist daarom rust op het bestuur vanuit oogpunt van good governance een bijzondere, verzwaarde verantwoordelijkheid om te waken dat geen belangengroep haar politieke overtuiging en standpunt over iets wat niet tot de deontologie van de advocatuur behoort aan de hele beroepsgroep oplegt of kan proberen op te leggen. Dat geldt temeer waar een belangengroep die een standpunt aan de AR heeft ontlokt, wanneer dat standpunt onwelgevallig is, haar zin probeert door te drukken door een ledenvergadering af te dwingen die reglementair generlei waarde heeft voor het standpunt dat de AR heeft ingenomen. Hier behoort het bestuur van de Orde de eenheid van de beroepsgroep te beschermen tegen doorbreking ervan en de vergadering dienovereenkomstig in te richten.
5. Een publiekrechtelijke Orde moet neutraal zijn en gericht op eenheid, niet op stellingname over onderwerpen die niet behoren tot de deontologie van de beroepsgroep. Eerder ingenomen stellingen over andere onderwerpen zijn begrijpelijk en verklaarbaar nu die direct of indirect impact hadden op advocaten die verbonden zijn aan de Nederlandse Orde.
6. De vergadering van 2 december 2025 heeft nog uitsluitend een beraadslagend karakter.
7. De regel dat het bestuur van een dwangorganisatie als bestuur een bijzondere, verzwaarde verantwoordelijkheid in situaties als deze heeft, leidt tot de volgende twee noties.
Artikel 37 Advocatenwet – juridisch mogelijk, maar historisch relict
8. Het beroep op artikel 37 van de Advocatenwet is juridisch mogelijk, maar het is een relict uit de tijd dat onze Orde nog een vereniging was, met vrijwillig lidmaatschap en leden met stemrechten.
9. Vandaag is onze organisatie echter fundamenteel anders ingericht: we werken via een getrapt stelsel, met een ledenparlement – het College van Afgevaardigden – dat onze beroepsgroep vertegenwoordigt.
10. In de oude verenigingstijd werden ledenvergaderingen voorbereid met pre-adviezen van deskundigen om tot evenwichtige besluitvorming te komen. Indien van deze historische bepaling gebruik zou worden gemaakt, dient ook de daarmee samenhangende historische procedure te worden gevolgd.
11. Win daarom twee wetenschappelijk onderbouwde pre-adviezen in van deskundigen/rapporteurs over de vraag hoe de Algemene Raad en Deken, uit oogpunt van governance en gelet op de Advocatenwet en geldende regelgeving, moet omgaan met situaties waarin groepen of leden met een politiek of groepsbelang dat belang willen omzetten in regelgeving voor alle verplicht aangesloten advocaten.
12. Die deskundigen zijn er. Met zo’n benadering geven zulke pre-adviezen en het debat dat daarover wordt gehouden het bestuur van de Orde, ten aanzien van uitspraken van de Orde over door belangengroepen aangezwengelde kwesties, meer richting en houvast. Zo voorkomen we dat willekeurige ontwikkelingen in de actualiteit leiden tot het gedwongen innemen van standpunten die niet passen binnen de deontologie van onze beroepsgroep. Een bestuur moet zijn achterdeur dicht willen houden.
13. Daarnaast valt te denken aan het laten opstellen van pre-adviezen over de vraag wat de kwalificatie is van het huishoudelijk reglement, of deze in een art. 37 vergadering juridisch effect heeft en bindend is, hoe de bepalingen in de Advocatenwet en het huishoudelijk reglement inzake de buitengewone ledenvergadering dienen te worden geïnterpreteerd, en of het huishoudelijk reglement zou moeten worden herzien om aan te sluiten bij het huidige bouwwerk.
Geen stemming over moties
14. De hierboven bedoelde uitgangspunten geven aanleiding om in een art. 37 vergadering, welke een beraadslagend karakter heeft, geen stemmingen te agenderen en deze uit te sluiten.[1] In voorkomend geval dat een motie is of wordt ingediend betekent dit niet (i) dat deze behoeft te worden behandeld (het huishoudelijk reglement voorziet daar niet in) en (ii) dat daarmee automatisch een recht op stemming ontstaat[2]. De mogelijkheid van stemming heeft als effect dat mensen zich daarvoor zullen mobiliseren en dit gaat ten koste van het debat. Het gaat dan alleen om wie de stemming wint en het vervolg dat daaraan in de publiciteit kan worden gegeven. Dit zou de reputatie en de eenheid van de beroepsgroep aantasten.
Ondertekend door: [namen in de bijlage in alfabetische volgorde]
[1] Zie ECLI:NL:HR:2002:AE1544 r.o. 4.2, waarin overwogen wordt dat onder “beraadslaging” in art. 71 Gw. dient te worden verstaan “het parlementaire debat”, dat wil zeggen de schriftelijke of de mondelinge uitwisseling van gedachten en standpunten in een vergadering […].
[2] In de literatuur (Asser-Van Solinge & Nieuwe Weme 2-IIb 2019/226 wordt betoogd dat met beraadslaging is bedoeld de discussie binnen het bestuur (of een ander orgaan) over een voorgenomen besluit, die voorafgaat aan de daadwerkelijke besluitvorming.
Comité van advocaten Neem contact op met de schrijver van de petitie