Verklaring aan Comité 4-5 mei

Quoted post


Gast

#8

2014-04-14 14:58


==handen af van 4 mei

G.A. van der Spek-Begemann

Het begrip ‘verbreding’ is een mogelijke, een modieuze en een vrij neutrale, typering voor wat er her en der gaande is in onze maatschappij. Het begrip hoort oorspronkelijk thuis in de meetkunde en de geografie en de bouw. Te noemen valt de geografische gemeente die fuseert met andere gemeenten, fusie van kerkgenootschappen. Tal van organisaties en bedrijven zoeken samenwerking – veelal om het economische hoofd boven water te houden.
Deze verbredingen hebben bepaald niet altijd positieve gevolgen; postkantoortjes verdwijnen, gemeentehuis is nu ver weg, en er vallen heel veel ontslagen. In de kerk weet je soms niet meer waar het geluid vandaan komt : is dit mijn kerk? is dit een kerk?
Ook binnen de kerk spreekt men graag over ‘verbreding’ als het gaat om onze verbondenheid met Israël. Die verbondenheid zou moeten worden “verbreed” naar de Palestijnen. Dat het gebrek aan logica niet wordt gevoeld is onvoorstelbaar; ideologie maakt kennelijk blind. En van hetzelfde onlogische laken een pak: de dialoog met het jodendom zou ook de islam erin moeten betrekken. Dan is het Ojec geen Ojec meer!
Je zou het verschijnsel ook met andere bewoordingen en iets minder versluierend kunnen benoemen door te zeggen dat in onze tijd de grenzen verschuiven en worden verlegd. ‘Je grenzen verleggen’ is oorspronkelijk een politiek imperialistisch gebeuren, maar ook een metafoor geworden, in bv de sport. De risico’s zijn bekend, getuige onder meer de dopingschandalen.
Het gaat vaak om economische motieven maar ook om ideologische beweegredenen.

Dat er grenzen zijn leren we al in Genesis 1. Het scheppen als werk van God is deels te omschrijven met het stellen van grenzen, te beginnen tussen licht en duisternis, de belangrijkste grens, die metaforisch ook staat voor de grens tussen goed en kwaad. De Bijbel tekent dan ook de diabolos of duivel als de verstoorder van die grenzen; zijn naam betekent ‘door-elkaar-gooier’; hij sticht graag verwarring en hoopt op chaos.

De laatste Ojec-conferentie in Deventer, 3 juni jl, ging over de nationale dodenherdenking en de pogingen tot verbreding daarin.
Het nationaal comité 4 en 5 mei vertegenwoordigt m.i. zelf een ongewenste vermenging van zaken. Als je de bevrijding viert raak je weliswaar de doden niet kwijt, maar omgekeerd is er echt even geen raakvlak: bij de dodenherdenking denk je niet aan de bevrijdingsfeesten met vlaggetjes. Je denkt aan de slachtoffers van de nazi-terreur. Ik zou willen pleiten voor twee verschillende comité’s of minstens een scherpe taakverdeling.
Het thema van de conferentie was:
“gedenken, vergeven en verzoenen op 4 en 5 mei”....
Aanleiding voor dit logisch gedrochtelijk thema was een brief. Ja gewoon een brief van zomaar een iemand. Een iemand uit Vorden, die wilde dat ook de Duitse graven met een bezoek zouden worden geeerd, met het oog op verzoening. Vorden ligt dichtbij Duitsland.
Waarom is de afzender anoniem? Waarom gaat die ene briefschrijver met zijn ene brief zoveel gevoelens van slachtoffers te boven? Hoe kan een comité of een gemeenteraad of een dorpsgemeenschap of een burgemeester daarvoor ooit kiezen? De heer Hartelman uit Vorden is voorzitter van het plaatselijk 4 mei-comité en voorzitter van de raad van kerken, vernamen we uit de lezing van de tweede spreker. Misschien weet hij iets meer over de afzender.

De tweede spreker was drs ds Jan Post Hospers, projectmedewerker van het LDC, actief bij de raad van kerken, speciaal voor de coordinatie met het Cairo-overleg ( Joden, moslims, christenen), dat naar zijn zeggen bonje heeft voorkomen rond de film Fitna; dat is mooi. Ook mooi is het overleg inzake het verbod op ritueel slachten. Daartoe onderhoudt het Cairo-overleg contact met CMO (contact moslims overheid).
Uit deze gegevens blijkt weer eens dat de zogeheten trialoog niet een religieuze maar een maatschappelijke aangelegenheid is en alleen zo zijn nut heeft.
De voorzitter van het CMO verklaarde zich tegen de combinatie in het herdenken, met het oog op de nieuwe generaties moslims. De helderheid van het onderscheid tussen daders en slachtoffers moet dienen om te leren dat het eigenlijk bij de herdenking gaat om ‘het mechanisme van uitsluiting’...
... ik dacht het niet!
Ik dacht dat het bij onze nationale dodenherdenking ging om onze doden en om herdenken.

Verbreding in de tijd, naar slachtoffers van na de tweede wereldoorlog, een besluit uit 1961, lijkt daarbij niet juist, omdat 4 mei gaat over de tweede wereldoorlog van 1940-45. Dat stelt een duidelijke grens. Het historisch besef moeten we niet laten vervagen.
Verbreding wordt zonder meer immoreel als men tegelijk de daders met herdenking wil eren, en is een eventueel onbewuste poging om de grens tussen goed en kwaad uit te wissen.
Verbreding naar vergeving en verzoening is op 4 mei zeer ongepast, en kwetsend. Vergeving en verzoening zijn volstrekt geen zaak van welke organisatie dan ook!! Uitsluitend nabestaanden gaan daarover – en alleen zij zelf kunnen te kennen geven of zij ooit of dat zij ooit daarover zouden willen praten.

Wat te denken van de argumentatie van de voorzitter CMO, Rasit Bal, dat het op 4 mei, bij onze nationale dodenherdenking, eigenlijk zou gaan om een mechanisme van uitsluiting? Deze gedachte wordt overgenomen door de spreker Post Hospers, evenals door Jan van der Kolk over vluchtelingen.
Hier hebben we te maken met een verbreding van de functie van de herdenking, nu in de richting van educatie. Educatie over uitsluitingsmechanismen in het algemeen is bijzonder nuttig, maar dan wel thuis en op school. Thuis en op school zitten de pupillen.
Op 4 mei gaat het echter om een nationale herdenking. Van onze doden.
Wie dat niet zuiver houdt, maar dat ‘vergeet’ komt tenslotte ook terecht bij de problemen van de onschuldige nsb-kinderen die absoluut aandacht nodig hebben, maar: niet op 4 mei. Ook niet op 5 mei, maar dan is er nog keus uit 363 andere dagen.
Gaat er van de 4e mei dan geen educatie uit? Zeker wel, als gunstig bij-effect. Als wij tenminste de jeugd uitleggen wat daar precies gebeurt.

De eerste spreker was rabbijn drs R. Evers, die uitdrukkelijk verklaarde te spreken op persoonlijke titel, maar die daartoe uit de aard der zaak (4 mei) alle recht heeft .
Graag wil ik hem het woord geven door uit zijn lezing enkele uitspraken te citeren. De titel boven zijn verhaal noemt de basis voor elke verbondenheid: Waarheid als verbondenheid.
De citaten geef ik los na elkaar; zij spreken voor zichzelf.

“De Sjoa wordt een beetje taboe omdat langzaam maar zeker – en steeds pijnlijk duidelijker - de waarheid achter veel grijsheid en `heldhaftigheid’ naar boven komt.
De werkelijkheid van de Sjoa blijkt steeds erger te zijn dan we ooit gedacht hadden. De grote stroom publicaties over wat er werkelijk gebeurde achter de schermen van vele instanties tijdens de Sjoa deed mij de schellen van de ogen vallen.”

“We vielen tijdens de Sjoa buiten de gemeenschap der volkeren. Het bleek, dat er in die Europese maatschappij van 2000 jaar liefdeprediking geen ruimte voor ons was. En hier staat levensgroot de vraag, hoe de Sjoa heeft kunnen plaatsvinden in een gebied waar het monotheisme zo stevig is doorgedrongen?!
Er ontstond een diepgaande vertrouwensbreuk. En die werd na de grote Sjoa alleen maar versterkt door de kleine Sjoa (Ies Lipschitz). “

“Verzoenen, vergeten en vergeven kan alleen als er sprake is van een stoppen van het misdrijf of een ophouden van de agressie. Dat is toch wel het minste dat de overlevenden van de concentratiekampen mogen verwachten alvorens zij kunnen worden aangesproken op het schenken van vergiffenis.
Maar wie schets onze verbazing, dat het anti-semitisme vandaag de dag virulenter is dan ooit.”

“Amalek symboliseert de verborgen anti-G’ddelijke kracht, die door de wereld waart. Hij is vaak niet zo duidelijk te herkennen zolang hij onder allerlei anonimiteit en rationalisaties schuilgaat.”

“Resumerend blijkt dus, dat er volgens de Tora geen verzoening mogelijk is met de kracht die Amalek heet, die er alleen op uit is het Joodse volk te vernietigen. En die kracht neemt in iedere generatie, in ieder tijdperk weer een nieuwe gedaante aan en verplaatst zich van land tot land...”

“Amalek: dit is een herinnergebod en een vergeetverbod (Deut. 25: 17-19)!!”

Amalek mogen wij niet vergeten maar we moeten hem ontmaskeren en vervolgen, net zo lang tot hij is uitgeroeid en dus de herinnering aan hem is verdwenen.
Handen af van 4 mei.

namens de werkgroep Vanuit Jeruzalem





Reacties

uwzuster

#157 Re: dank voor uw reactie.

2014-05-02 08:25:51

Erres

#241 Re: 8

2014-06-06 12:32:48

#8: -

Ja, dat Amalek. Bedoeïenen die een paar duizend jaren terug andere bedoeïenen aanvielen en nu model staan voor al wie ooit de Kinderen Israels - Gods volk! - heeft dwargezeten. Eeuwige haat en vijandschap zij hun deel! Maar ook de historie leert het: wie kiaatst, moet de bal verwachten .... Verzoening is de enige weg naar de vrede.

En over daders gesproken: wanneer je elke Duitser die tijdens de oorlog een militair uniform gedragen heeft als dader mag kwalificeren, dan viel ook wijlen prins Claus onder dit oordeel.