Neen aan Jachtopeningsbesluit 2013-2018 betreffende (zwerf)katten

Kijk, katten lopen weg. Ze zijn geen roedelbeesten, zoals honden het zijn. Ze zetten zich vast aan plaatsen, een territorium, en niet aan mensen. En al die katten die weglopen en nooit meer teruggevonden worden proberen te overleven in hun territorium. Hoe doen ze dat? Terugvallen op oude instincten. Jagen. Op jonge vogels, hazen, konijntjes. Allemaal kleine beestjes die niet veel kunnen doen om zich te verdedigen tegen deze roofdieren die het land massaal overspoelen, omdat veel mensen katten hebben en veel katten al eens weglopen, soms voor altijd en soms voor een paar dagen, waarin ze toch wel aan voedsel moesten geraken.
Het is om te voorkomen dat die soorten, inheemse prooien voor uitheemse katten, in gevaar zouden komen dat de regering jagers toestemming geeft om 'wilde katten' neer te schieten (daarbij, maak u geen zorgen, een kat is snel en klein genoeg om een moeilijk doelwit te vormen).
Misschien ziet u dat als een vorm van 'de concurrentie neerknallen'. Is het niet. Jagers hebben een jaarlijks quota, gelimiteerde jachtseizoenen om de soorten rust te geven, een kans om zich voort te planten. Katten hebben dit niet. Jagers worden vaak als boosdoeners aanzien, terwijl zij, net als de boswachter, instaan voor het behouden van de natuur.